De boerderij van Pier Jans van der Sluis


Uit het in 1832 ingevoerde kadaster blijkt dat het perceel waarop later de boerderij van Pier van der Sluis werd gebouwd al in bezit is van zijn grootvader Alle Wytzes van der Sluis. Mogelijk is het ook de plaats waar Wytze Jans zich een generatie eerder al vestigde, al komt daar ook een ander pand voor in aanmerking. In ieder geval is het een groot complex, waarop twee wooneenheden te herkennen zijn, gescheiden door een wijk. De bewoners zullen dan Alle Wytzes en Jan Alles van der Sluis zijn geweest.



Na de dood van Alle Wytzes wordt Jan Alles eigenaar van het geheel. In 1855 worden ingrijpende beslissingen genomen: de beide zonen Alle en Pier Jans komen elk op een nieuwe boerderij, vader Jan Alles bouwt een nieuw renteniershuis. In het dagboek van 1856 van Pier Jans kan de bouw worden gevolgd. Zo vermeldt hij op 4 maart: 's Morgens naar het land voor huis in de Compagnie en met het uitgraven van het nieuwe huis een aanvang gemaakt. De oude en nieuwe situatie zijn op een kadasterkaart uit 1858 vastgelegd.



Pier Jans wordt ook eigenaar, na zijn dood in 1877 uiteraard opgevolgd door zijn weduwe Hermina Suardus Posthuma en hun kinderen. Op een kadasterkaart uit 1910 is de dan actuele uitvoering van de boerderij te zien:



In dat jaar gaat de boerderij via vererving over op zoon Jan Piers, later op kleinzoon Alle Sytze en diens vier kinderen. In 1977 wordt de boerderij verkocht aan de vier gebroeders Visser, die aan de overkant van de vaart een uiterst modern boerenbedrijf vestigen.