De bezittingen zijn meestal in drie groepen verdeeld. Als eerste werd vermeld het bezit van de patroon, de beschermheilige van de plaatselijke kerk; in Wijnjeterp was dat Sint Nicolaas. Hieruit werden de kosten gefinancierd die in verband stonden met het kerkgebouw. Daarna volgen de pastoorsgoederen, die werden beheerd door de pastoor en de basis vormden van diens inkomen. Uit de vicariegoederen tenslotte werden de overige ambtsdragers betaald.
Deze boeken zijn voor de geschiedenis van de Tsjerkebuert natuurlijk van groot belang: de stellen WP27 en 28 behoren immers tot resp. de patroon en de pastorie en daarmee zijn de naastlegers de eigenaren van WP26 en WP29. De volledige kerkelijke goederen van Wijnjeterp worden als volgt omschreven:
Wangeterp
Dit zijn des patroons te Wangedorps landen.
Item III roeden landts geleegen in Teye Sybrandts posses.
Item een roede lands in Heynrick Hugen posses, alsoo de faem is.
Item twee roeden int westende van Weyngedorp, betusschen Lyuwe Jan zoon ende Jaen Roerdt.
Item IIII roede landses betusschen Baucke Gerbys ende Tyebbe Attys.
Item noc een pleck knoplandts ende ander lege landt, twelck nijet beter en is dan de lasten.
Item dese voorschreven landen mogen zij nijet meer te huyr doen dan ytelycke twee flems.
De pastorie landen toe Wengedorp.
De pastorielanden te Wengedorp als de weme myt dat Lutkeweer daeraan geleegen, tusschen Sipcke Engberts op de westerzijde ende Bennie Gaelis op de oisterzijdt.
Item vier madt by de zuydtwende, Guttert Wiglis zoon an de weterszijde ende paroonslanden in Sygerswolde aen de oisterzijde.
Item III madt hoylandts inde Quaers, Wytthie Halbis erffgenamen aende oisterzijde ende Etke Jans zoon ande westzijde.
Item noch anderhalff by de Posten, Sypke Engberts an de westerzijde ende de patroon aen de oisterzijdt.
Item dese voorschreven wemelanden maeden mit de pacht, jaerlix moogen scherpelyck doen XX philips guldens oft XXII ten alderhoochsten.
Dyt zijn der vicarielanden.
Item den vicarie posses, Taecke Sybrandts op de oisterzijdt ende Goetthien Heeren op de westerzijdt.
Item IIII madt in Bexterwerren, betusschen Teye Sybrandts ende Roeloff Luytgens.
Item vier madt boven de Gaeren naest Abel Sygers myt zijn adherenten.
Item een madt by de Posten, de pastoor ande westerzijde ende heer Stevens met syn broeders aende de oisterzijdt.
Item III mad inde Gaeren, Douwe Fockys naest landet ander oisterzijde ende Albert Peters an de westerzijde.
Item XIIII madt toe Wangehuysum in Rener Goeges posses.
Item twee madt boeven de Gauw tusschen Geert Claes ende Lutgers Peter.
Item twee madt by de Posten, naest Menthie Fockis arffgenamen myt twe swaedt daerbij.
Item dese voors. landen zolden geen meer te huyr mogen doen dan VI philips guldens.
Item omtrent VI philips rente vande huysluijden ende bouwhuysen.
Wat zijn de conclusies die hieruit kunnen worden getrokken voor de bewoners van de Tsjerkebuert?Op de kaart van 1700 staan drie uitgangen op naam van de kerk: WP27 als Pastorie 31 roeden (130m), WP28: De Patroon 26 roeden (110m) en op Sparjebird een ongenummerde uitgang tussen WP42 en 43: Patroon 11 roeden (45m).
Item III roeden landts geleegen in Teye Sybrandts posses zou kunnen slaan op grondbezit op stelle WP28, Teye Sybrandts was hier dan mede-eigenaar. Bij de veenverkopingen tien jaar later vinden we Teye Sybrandts overigens als eigenaar van WP22. De pastorielanden te Wengedorp als de weme (de pastorie) myt dat Lutkeweer hebben dan als naastlegers Sipcke Engberts op WP28/29 en Bennie Gaelis op WP26. Waar den vicarie posses precies gelokaliseerd moeten worden is niet duidelijk, maar met Taecke Sybrandts, eigenaar op WP31, als naastleger ten oosten zou WP32 een goede gok kunnen zijn... Bij de besittingen 'by de Posten'en het westeynde van Wijnjeterp moet natuurlijk worden gedacht aan het land bij Sparjebird.
Nog enkele kanttekeningen bij genoemde namen:
Heer Stevens met syn broeders komt in 1552 ook voor als de heer Steffen, Pastoor te Leeuwarden, te Oldehove als naastleger van WP43. Deze heer Steven is Steven Sybrandi Sylvius (= van der Woude), een in de overgangstijd naar de reformatie vermaard pastoor in Leeuwarden en Groningen. 'Syn broeders' kunnen dan Teije en Taecke Sybrandts zijn! Lyuwe Jan zoon vinden we in 1552 terug als Lyewe Jansz, verkoper op WP42, met de kerkelanden op de westerzijde. Onder Duurswoude komen we in de Beneficiaalboeken ook Teye Sybrandi en Sipke Engberts weer tegen als naastlegers.
Interessant is dat de namen van de naastlegers aan de westerzijde kunnen worden gekoppeld aan die uit de veenverkopingen van 1552! Op de pagina Hypothese 16e eeuw wordt een en ander nader uitgewerkt.