Aan de 'sate', het volwaardige agrarische bedrijf, waren vanouds de belangrijkste politieke rechten verbonden. De bezitter van de sate, ook wel plaats of stelle, had letterlijk een stem in de staat. Hij mocht in de tijd van de republiek de grietman kiezen en kon ook als grietman worden gekozen, hij maakte in de meeste dorpen uit welke predikant er benoemd werd en hij benoemde ook de kerkvoogden. Om die reden vinden we de sate dan ook als belangrijkste registratie-eenheid voor twee met elkaar samenhangende administraties, de stemkohieren en de floreenkohieren. Stemkohieren waren gekoppeld aan het gebouw, of wanneer de boerderij was afgebroken aan het hornleger of de stemmende stelle, en werden opgemaakt en bijgehouden om het stemrecht van de eigenaren vast te leggen, floreenkohieren waren gekoppeld aan het grondbezit en hadden vooral een fiscaal doel.
Het eerste stemkohier is van 1640. In dat jaar werd voor Friesland een nieuw stemreglement opgemaakt dat o.a. bepaalde dat alleen de eigenaren van een stemhebbende sate stemrecht konden uitoefenen. De sates werden genummerd, in Wijnjeterp met 1 t/m 44, van west naar oost. Op deze site worden de saten 26 t/m 32 behandeld.
In 1698 werd het kohier herzien en werd besloten om dit elke tien jaar uit te voeren. Vanaf 1708 werden ze ingebonden met de floreenkohieren. Het laatste stemkohier dateert van 1788, met de Bataafse revolutie werd in 1795 een eind gemaakt aan het heersende stemsysteem.
Op 27 februari 1700 belastten de Staten van Friesland een commissie met het opnieuw opmaken van de zg. floreenkohieren. Deze moesten de opvolger worden van het register van de Aanbreng van 1511. Deze registers waren lijsten waarin de landgebruikers het door hen gebruikte onder opgave van de huurwaarde 'aanbrachten'. Als munteenheid werd de floreen, de goudgulden van 28 stuivers, gehanteerd. Voor Opsterland zijn deze registers helaas niet bewaard gebleven.
De eerste kohieren zijn van 1700 en werden in 1708, en daarna om de tien jaar, aangepast. In de Franse tijd raakten ook deze kohieren hun functie kwijt, maar ze werden nog een tijd aangehouden voor de betaling van dijkslasten, grietenijlasten en omslagen voor kerken en scholen. Het laatste kohier is van 1858.
Aan de hand van het stemkohier van 1640 en het eerste floreenkohier van 1700 zal gepoogd worden de eigendomsgeschiedenis van de Wijnjeterper stellen 26-33 vast te stellen.