VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
Ben ik des morgens met de vrouw en Aaltje naar de kerk gereden en is Jacopje zoo lang bij hare ouders geweest. Dom. Meijer heeft gepreekt over kruisgang en dat Siemon het kruishout werd opgelegd, waarschijnlijk omdat hij een volgeling van Jezus was. Des middag zoude ZEd de dienst in de Compagnie waarnemen. Toen wij te huis kwamen zijn spoedig daarna Iest en Geeske bij ons gekomen om afscheid te nemen van A. en G. Zij hebben de dag bij ons doorgebracht en Pier en vrouw zijn gekomen en hebben thee bij ons gedronken. Nadat ik mijne bestellingen zoo veel mogelijk had gedaan, zijn wij om half zes naar Appelscha gereden, en met ons H. Groen die de wagen mede terug zoude nemen, daar ik van Schoonoord naar Groningen moet. Om half te Appelscha gekomen heb ik bij A.W.S. gedronken en hebben wij de zaken overlegd en afgesproken. Vervolgens naar Jacobje gegaan, waar G.W. Bruinsma mij verwachte. Met deze over het graven en verdere werkzaamheden gesproken en bepaald om donderdag te beginnen met graven en dat Wobbe er de volgende week zoude komen. Daarna ter ruste gegaan.
3
Zijn wij des morgens met een paard erbij van Neef A.W.S. op reis gegaan. Het was zeer mistig en koud en wij vonden op veele plaatsen nog sneeuw liggen. Om negen uur zijn wij te Assen gekomen, hebben daar bij Somer de paarden gevoederd. Zelf koffij gedronken en eenige boodschappen verrigt en daarna vertrokken. Hebben te Rolde bij Feikje goeden morgen gezegd. De doctor hadden wij in Assen gesproken. Om 12½ uur zijn wij te Schoonoord gekomen. Toen waren Bakker en Walda reeds vertrokken naar Odoorn en de anderen waren daar niet geweest. Nadat wij gegeten hadden, heb ik de tuin en het land eens rond geweest, alsmede het huis bezien en toen zijn wij des avonds een poosje naar Dominé geweest te praten.
4
Des morgens na het ontbijt alles nog eens rond geweest, met Jacob de Vries afgesproken dat hij de bakkerij zoude overnemen voor hetgeen hij aan mij kostte en van het onbetaalde jaarlijks 1 Mei zoude betalen 5%. Het bedrag zal zijn nagenoeg f 1400=. Om tien uur is H. Groen met de wagen vertrokken met Lohuis en daarna zijn Auke en ik naar Odoorn naar de veenverkooping gegaan, waar wij juist bij tijds aankwamen, daar de verkoping van de andere perceelen dadelijk na onze aankomst is begonnen. Na lang en veel te hebben genood en getalmd zijn wij koopers geworden van plaats no. 2345 en plaats no. 2399, de eerste voor f 1400= en de tweede voor f 1109=. Vervolgens heb ik betaald aan den Heer Oosting de kosten van registratie f 175,70, telkens ten nadeele van A. v.d. Sluis Azn. moeten worden gebracht. Het bestuur heeft een vergadering belegd en regeling gemaakt en bepaald wat het werk zoude kosten. Nadat de acten waren geteekend, ben ik met H. Reinders, Stoker en Dom. Wissing naar Rolde gereden, waar wij om acht uur aankwamen, en ben ik van daar naar Assen gewandeld, waar ik bij Somer heb gewacht op de Diligence naar Winschoten, die om half daar aankwam, waarmede ik naar Winschoten ben vertrokken. Verschotten Diligencevracht f 2,75, verder betaald f 2,80 c.
5
Ben ik des morgens om 6½ uur te Winschoten gekomen, en toen ik juist uit de wagen was, kwam er alarm en was er brand in een schoorsteen, die echter spoedig was gebluscht, gelijk mede een schoorsteenbrand van de vorige avond. Ik heb mij gewaschen en ontbeten en ben toen naar Joh. Mulder gegaan, aan wien ik de schuldbekentenis ten laste van J.A. v.d. Sluis heb betaald met f 500=, rente 5%. Vroeger door mij f 900=.
J. Mulder alsmede de overige familie was regt vlug en Frederika was te Bonda. Ik ben van daar naar Lula gewandeld, waar Herder bezig was met hout voor de bruggen te lossen. Vervolgens ben ik geheel langs het nieuwe kanaal gelopen, en waren ze bezig om de grindweg in Midwolda te vergraven. In het geheel waren er op het 2e perceel bezig ongeveer 50 à 60 man, en op het eerste perceel 22 ploegen, behalve een ploeg van 12 man die bezig was met geulen. Bij C. de Jong gekomen vond ik daar alles wel en heb daar gegeten en later zijn wij te zamen naar Cremers gegaan. Op veele plaatsen lag de sneeuw nog in de slooten.
6
Ben ik des morgens met C. de Jong en vrouw naar Sappemeer gereden, en zijn De Jong en ik vervolgens naar het Hoogezand gegaan. Hebben daar met Van der Goot gesproken, en toen naar de baggerlui beneden Martenshoek gegaan, waar het was belegen tot aan de IJzeren Klap. Onderweg troffen wij T. de Jong aan, welke zoude te betalen per strekkende el 50 à 60 cents tot f 100 cent en hooger. Toen hebben wij bij T. de Jong gegeten en zijn vervolgens weder naar Nieuwolda gereden. Bij T. de Jong ging alles geregeld in zijn werk. Echter had hij te weinig volk in dienst, zijnde het getal beneden de 60 mannen. Van Theun de Jong heb ik vernomen dat er nog baggerlieden onderweg waren. Hij had ook berigt ontvangen van Zwol, daar waren er die wel wilden overkomen mits 12 gulden in de week verdienen en vrij reiskosten. Om acht uur zijn wij weder in Nieuwolda gekomen en toen heb ik nog een poosje bij Van Rees geweest.
7
Ben ik met De Jong het werk opgegaan en hebben wij bevonden dat alles er vrij goed voor lag en het volk met lust werkte. Er was weder een nieuwe ploeg Brabanders aangekomen. De ploeg van J. de Leeuw had met 8 man de vorige dag 93 cub. el uitgewerkt. Beneden het peil was het tot aan de Oude Geut aanbesteed voor 19, 20 en 21 cents, doch daar de grond op enkele plaatsen zoo hard was dat ze met houweelen moest gebroken worden, zal het voor die enkele putten wel wat te schraal zijn. Van het Koediep tot de Oude Geut was de geul er op 1000 el na doorgebracht en de eerste 1000 el bij het Koediep over de halve breedte ten diepte van 0,70 duim. Van het 2e is de bovengrond op p.m. 100 el na en af van de geul bijna ingemaakt. Het Baggerwerk in het Zijldiep gaat stadig vooruit, echter ligt de kleine machiene van ons stil. Na de middag ben ik naar B. Cremers gegaan, waar het bestuur vergaderd was, om te spreken over schadevergoeding etc. van het Zijldiep. Daar het bestuur de boete die zij meende te kunnen vorderen wegens te late voltooijing wilde kwijtschelden tegen schadevergoeding die ik meende dat mij billijk toekwam en ik slegts wenschte te weten, wat zij meenden mij als schadevergoeding toe te willen geven, zonder de boete die ik meende niet te zijn verschuldigd, is die zaak tot geen einde gekomen, maar gebleven zoo als het was. Toen heb ik ontvangen van de Secretaris van het Waterschap het 1e termijn van het kanaal van Nieuwolda naar Kloosterholt, bedragende 33.360=
op de volgende wijze verrekend - geld 25.745,40
bewijs groot 7600 met rente 14,60 7.614,60
is 33.360=
Alsmede dezelve terug te ontvangen
4 Russische obligatiën 4½ % en 4 dito 5%, den 23 Maart in bewaring gegeven.
Betaald aan C. de Jong tot betaling f 10.000
Betaald dezelve om Rottinghuis te betalen f 3.000
Nadat ik mijne zaken bij elkander had gepakt, heb ik de voerman besteld en ben vertrokken met Muinck naar Sappemeer, waar Theunis de Jong en C. Wind nog een poosje bij mij zijn geweest te praten. T. de Jong op rekening f 1000=. C. Wind had des morgens een dochtertje gekregen.
8
Ben ik des morgens om acht uur met de Diligence van Venema vertrokken. Betaald aan Struvé voor rijden en verteering f 15,85. D.H. Landeweer op rekening 1864 - f 1000=. Vervolgens in gezelschap van Meihuizen en Van der Tuuk naar Groningen gereden, en nadat ik aldaar eenige boodschappen heb verrigt, heb ik mij met Van der Helm naar Vrieschepalen laten brengen voor f 5=. Van daar met Reinders naar huis gereden.
Verteering en tol etc. naar huis 2,40
Betaald aan Bennema 1,80
Om acht uur ben ik des avonds te huis gekomen en toen hebben Pier en de vrouw hier nog geweest. Alles was bij mijne tehuis komst goed in orde.
Naar top