VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
Des morgens naar de kerk te Hemrik en des namiddags te huis geweest. Is Geeske naar de kerk gegaan, en zijn Jan en Jacopje naar Velde geweest. Des avonds is E. Herder hier gekomen en heeft mij verslag van de werkzaamheden enz. gedaan en op rekening ontvangen 100=.
10
Des morgens is Jan naar Appelscha gegaan en Wobbe met Jacopje en Geeske naar Dragten om keukengereedschap te kopen, nadat ik eerst des morgens met Wobbe het land was rond geweest en bepaald waar aardappelen en bonen te bouwen. Hendrik Herder heeft van mij gehaald volgens bewijs f 100=. Des namiddags aan Vader de lijsten 8, 9 en 10 van C. de Jong bezorgd. Vervolgens geaccordeerd met J.P. Mulder groot 41 ton om een vragt rijs naar Termunterzijl te brengen van Compagnie voor f 45=. Terwijl deze nog bij was, zijn de beide Damstra's gekomen voor een lading middelhout te kopen en hebben zij geboden f 1,60. Ik heb het hun gelaten voor f 1,70. Ook is Boon nog geweest om een lading te kopen, doch daar ik met de Damstra's niet was afgesproken zou deze morgenvroeg terug komen. Nog is een schipper gekomen die wel een lading rijs naar den Dollard wilde brengen. Hij was groot 47 ton en wilde f 2,00 per ton hebben, en is hem geboden f 1,50 cent. Om zes uur is Pier met mij naar B.zwaag gegaan, waar ik om 8½ uur met de Diligence naar Groningen ben vertrokken in gezelschap van een onderofficier van de Meduza die met 14 dagen verlof naar Groningen ging en veel nieuws wist te vertellen. Om half twee te Groningen gekomen ben ik oogenblikkelijk te bed gegaan. Van huis meegenomen f 9250=.
11
Des morgens om 9 uur naar het kantoor van den Directeur der Belastingen gegaan, en daar ZEd niet in het kantoor was, met Wildeboer afgesproken dat hij zoude zorgen dat de zaak morgen in orde was, en ik heb daarvoor betaald de kosten f 2,19. En bepaald dat ik morgen iemand zoude zenden om het antwoord af te halen. Van hier ben ik bij den Heer Van Rijn gegaan en deze gevraagd waar ik de door ZEd bedoelde stoelen konde kopen en onderrigt dat ze bij Brugmans in de Oosterstraat voorhanden waren en ze hem kosten f 2,75 cent. Ook heeft ZEd gesproken over verandering aan den bruggen, en om de kadijken ten oosten van de Beerstermude niet bijlangs het kanaal te leggen of die bijlangs de mude moesten ook worden gelegd, en dat het hulpkanaal ten oosten van de mude moest worden gelegd. Later heb ik van Jufvrouw Heikens een prijscourant ontvangen van aardewerk en ben bij Brugmans geweest die de bedoelde stoelen had voor f 16= à f 18= de zes. Om half één ben ik vertrokken met de Winschoter snik en om zes uur te Scheemda na een zeer langdurige en verveelende reis aangekomen, van waar ik mij door M... naar J. Baas heb laten brengen voor f 3=. Toen heb ik bij Van Rees gepraat totdat De Jong en Herder van de verhuring van het Zijlhuis kwamen, dat buiten de bezwaren is verhuurd in de twee jaar f 1160=. Een brief voor F. Jansma aan Wildeboer geschreven waarmede hij op reis is gegaan.
12
Des morgens met De Jong op reis gegaan naar Fiemel, waar wij al kort bij de keet de Opzichter H. Wind ontmoetten, die met ons terug is gegaan en over het werk tevreden scheen te zijn. Bij de bedijkingen gekomen kwamen S. Hanje en zijn broer ons berigten dat ze in de Oude Geut waren en gaarne wilden lossen. Nog hier staande kwam de hoofdopzigter G. Wind met Van Rees en zeide ons de binnenkadijk op de Stadskwelder niet te leggen, en vroeg of de keet spoedig zoude klaar zijn, waarop ik gezegd heb zo spoedig mogelijk. Langs het kanaal gaande zijn er door Wind geen aanmerkingen van betekenis gemaakt en hebben bij Jonas met C. Wind en zijn broeder koffij gedronken. Nog daar zijnde kwam de schipper met de steen etc. van Harlingen ons berigten dat hij in Delfzijl was en zoo diep ging dat hij niet op de plaats konde komen. Met Herder gesproken dat deze ingeval hij er niet over kon voor de ligting zoude zorgen.
Herder was met de eerste lading hout van Roggenkamp aan het lossen en daarbij waren verschillende zeer slegte stukken. Aan de keet gekomen hebben wij gegeten en toen is Schoon met de aangehouden schipper met deelen hier gekomen om raad, waarop wij hebben besloten dat zij naar Groningen zouden gaan en heb ik een brief aan v. Houten medegegeven waarin ik de zaak heb verteld en zijn advies gevraagd. Mede heb ik een brief medegegeven naar huis, zijnde een kort verslag van de zaken. Aan C. de Jong op rekening f 4000=
f 300=
f 10=
13
Des morgens bij het ontbijt met De Jong gegaan naar het Bellingwolder Zijlhuis, waar wij van de wagenmaker Volkers van Drieborg hebben gekocht 60 kruiwagens voor 2,75 te leveren aldaar. Daar zijnde kwam Dorenbos met T. de Jong van het werk en hadden met G. Wind de vereenigde muden gepeild ter plaatse van het hulpkanaal. Na koffij te hebben gedronken zijn wij te zamen naar het terrein gegaan en langs de buiten kadijk, waar zij bezig waren en die belegd was tot op 400 el na aan de Opdijk bij de Hoek van Waalkens. Over het algemeen was de grond hier slap en een dikke laag pulver, zoodat wij de kadijk met de bermsloot voor f 1,25 per el niet kunnen maken.
Wij hebben op het terrein wederom gesproken of wij de kadijk bij de mude ook direct zouden maken en dan de binnenkade overlaten. Dit kwam aan mij voordeeliger voor en dacht dat het wel was te resigneren, ook stemden Dorenbos en Th. met mij overeen en kwam dat De Jong in overweging.
Aan Zijlhuis gekomen vonden wij daar Hanje en Postma, die aldaar hunne rijsvracht van De Jong hebben ontvangen. Ook schipper Schoon kwam ons berigten dat de schipper de deelen in de Nieuwe Schans weder zou inladen en dat hij met Brassaard borg voor schip en lading was, waarde f 580=.
Ik heb Brassaard geschreven dat ik hem voor de gevolgen verzekerde en zeide mij Schoon dat de Ontvanger had gezegd indien het waar was, dat de Commiezen hadden gezegd de volgende morgen bij de lossing te zullen komen, zij dan geen gunstig onthaal zouden krijgen. De zijlwaarder Rotmans en zijne vrouw zeiden dit te hebben gehoord. Dorenbos op rekening f 800=.
Van hier zijn wij naar Van Rees gegaan en hebben ons hier kort opgehouden, doch eerst met den doctor van Midwolda gesproken over de practijk van het volk, doch begreep deze dat dit voor hem te afgelegen was.
14
Na het ontbijt met Van Rees naar de Slikken van Kerkhoven geweest waar Jansma met volk bezig was aan de binnenkade en de sloot tussen Cremers en Kerkhoven, tegen het groene is een ploeg aan het kruijen in buitenkade en de dijk. H. Wind kwam ons tegen op de plaats waar de sluis moet komen. Met Herder te huis gekomen hebben wij alsook Van Rees in de keet koffij gedronken en toen is Kuipers gekomen en heeft ons verzocht een scheidsloot te graven tot aan de dijk. Aan E.H. de Herder op rekening f 500=.
Na de middag zijn wij gegaan naar Termunterzijl en hebben met den Visiteur gesproken over pramen om bij de bedijking te gebruiken, doch was deze van voordeel om een request daarover te presenteren en tevens op turf en alle verdere benodigdheden voor de bedijking op alle geschikte plaatsen in den Dollard te mogen aanvoeren, waarover Herder morgenvroeg met de Controleur te Delfzijl zal spreken. Daarna bij den Burgemeester geweest en met deze gesproken over een doctor voor het volk en bepaald dat deze daarover zoude schrijven aan den Doctor Van Coevorden te Nieuwe Schans. Van hier zijn wij naar Jonas gegaan, hebben Herder gezegd dat hij bij den Controleur zou gaan en zijn wij, nadat wij den Heeren Wind goeden avond hadden gezegd naar de keet gegaan. Thole Dik om te verwisselen gedaan f 1000=.
Te huis gekomen hebben wij koffij gedronken en onderwijl gesproken met J. Koolstra en F. Jansma over de werkzaamheden voor morgen zullende er alsdan nog van ploegen in de buitenkade op de slikken.
15
Des morgens is De Jong naar de Slikken van Kerkhoven gegaan om daar vier ploegen aan de voormonding in de dijk te brengen, doch de buitengrond zoo slap was, dat wij ze niet konden houden, heeft De Jong ze overgeplaatst om de grond uit het kanaal te halen.
Ik heb twee declaraties klaargemaakt voor de tweede termijn en toen zijn hier gekomen de Ingenieur met H. Wind met de volmagten Hovinga, Dallinga en Roelofs en Van Rees, met wien ik het werk bijlangs ben gegaan en is J. Stui onderwegen bij ons gekomen, welke ons tot het einde heeft vergezeld.
Over het geheel zijn er weinige aanmerkingen gemaakt, doch is in overleg met den Ingenieur besloten om de kadijk bijlangs het kanaal om sommige plaatsen te verhogen teneinde de breedte wat geregelder worde. Bij Jonas heb ik aan den Ingenieur de declaraties gegeven en ZEd verzocht om zoodra mogelijk de mallen of tekeningen voor de sluis en de Dallingweersterdijk te hebben, en heeft aan Van Rees verzocht om zijn Vader te schrijven dat hij ze kwam bezorgen.
Van hier zijn wij over Dallingweer huiswaarts gegaan en is opgegeven om een loopbrug te maken bij de Komboffen, alsmede een of twee pompen onder de kadijk. De bodem in het kanaal was een stuk opgedreven, alsmede een half in de berm. Ik heb een brief van Pier ontvangen met ingesloten een van P. Konings die beantwoord is, en een van Cingels om de mallen, alsmede een van IJ. De Haan. Ook van J.A. v.d. S. heb ik gelijktijdig een ontvangen.
Op het einde van het werk gekomen zijnde, hebben de Heeren een poosje in de keet gezeten en heb ik na hun vertrek gegeten en is De Jong met de betaling begonnen, dat met de afrekeningen enz. om zeven uur was afgelopen.
Naar top