Negende generatie
Kinderen Sytze en Harke Jans van der Sluis


Vrijwel alle nu nog levende van der Sluizen stammen af van Alle Wytzes (nr. 4 in de stamboom). Er zijn heel weinig afstammelingen van Jan Wytzes (nr. 3 in de stamboom) die de naam Van der Sluis dragen. In deze tak kwamen veel vrouwelijke afstammelingen voor, en veel mannelijke afstammelingen bleven ongehuwd of hadden geen kinderen.

3.7.2
HYLKJEN SYTZES

25-10-1829 Hoornsterzwaag - 14-11-1899 Appelscha
x Marcus Hogeveen, veenbaas, Schoterland 21-9-1861
26-11-1835 Jubbega - 30-6-1906 Appelscha
zv Jacob Marcus' Hogeveen en Jeltje Wytzes van der Sluis

Het huwelijk van Hylkjen Sytzes en Marcus Hogeveen is weer een van de vele onderlinge familiehuwelijken die we in de familie tegenkomen. Hylkjen is een kleindochter van Jan Wytzes, Marcus een kleinzoon van Wytze Alles.

Na het overlijden van Wytze Alles erven Marcus en zijn broer Wytze Jacobs Hogeveen:
1 ha. hoogveen te Hoornsterzwaag met 6366 ton turf, 5 ha. weiland en 6 ha. heide te Hemrik.

3.9.1
JAN HARKES, timmerman in Gorredijk

25-10-1828 Gorredijk - 27-2-1919 Gorredijk
ongehuwd

Jan Harkes was eerst boer in Hoornsterzwaag, later, net als zijn vader, timmerman in Gorredijk. Volgens de overlevering was hij gespecialiseerd in het leggen van ovenvloeren. Als jongeman sluit hij een contract voor plaatsvervanging, waarbij de 25-jarige Jan Hendriks Lameris uit Gorredijk, van beroep uurwerkmakersknecht, verklaart om in de plaats van Jan Harkes te willen dienen bij de Nationale Militie.
In 1872 verhuist Jan Harkes terug naar Gorredijk en stopt met het boerenbedrijf. Hij verkoopt zijn levende have en verdere roerende goederen. De inventaris bevat een lange lijst met voorwerpen, met de respectievelijke kopers. Suardus van der Sluis was ook aanwezig bij de verkoping, hij koopt onder meer een bijl, een bank, een slaai, touw, stokken, een ketel, glazen, een spiegel en een eide (eg). De levende have bestond uit 1 ruinpaard, 2 koeien, 2 kalve rieren en 2 hokkelingen. Verder kwamen er een flink aantal percelen met aardappels en met hooi onder de hamer. De totale opbrengst was f 1041,15. Enkele maanden later verkoopt Jan Harkes een perceel rogge, opbrengst f 1.555. Hij noemt zich nu in deze akte 'timmerman'. In april 1879 verkoopt vader Harke Jans voor een bedrag van f 3000 zijn huis en timmerwinkel aan de Langewal in Gorredijk, die hij al meer dan 50 jaar in bezit had, aan zijn zoons Jan, Hylke en Kornelis.
In 1903 maakt Jan zijn testament, waarin hij zijn jongste broer Hylke benoemt als enig erfgenaam. Hylke overlijdt echter eerder, zodat Jan in 1916 weer een testament opmaakt. Jammer genoeg is de betreffende akte niet te vinden. Blijkbaar is Jan al die jaren ook als imker actief geweest, want in 1905 verkoopt hij tijdens een openbare verkoping in Hoornsterzwaag zijn bijen, ijmkersgereedschappen enzovoort voor een bedrag van f 265. De verkoopakte vermeldt meer dan twintig bijenvolken en bijbehorende korven.
In 1911 verkopen Jan en Hylke Harkes hun timmerwinkel en huis voor f 3050,- met behoud van het recht op bewoning en gebruik. Het jaar daarop verkopen de broers hun meubelen en huisgeraad en diverse timmermansgereedschappen voor f 246,50.


Jan, Pieter en Hylke Harkes van der Sluis



3.9.2
KORNELIS HARKES, verver in Gorredijk

6-4-1830 Gorredijk - 9-4-1898 Gorredijk
x Hesseltje Ottes Woudsma, Opsterland 22-12-1865
28-12-1828 Lippenhuizen - 17-6-1867 Lippenhuizen
dv Otte Hendriks Woudsma en Romkjen Ibeles Stamhuis

1. Sophia, 4-3-1867 Lippenhuizen - 23-4-1868 Gorredijk

Kornelis was net als zijn broer Alle verwer. Af en toe deed Kornelis een klus voor Alle Jans van der Sluis. In 1865 stuurde hij een rekening van f 49,- voor 'buiten verven'. In januari 1866 betaalt Alle Jans f 38,32 aan Kornelis voor het verven van 'het kamertje'. Broer Alle Harkes verzorgde volgens dagboekaantekeningen in 1868 de beglazing van het huis van Alle Jans. Hesseltje Ottes Woudsma, de vrouw van Kornelis, overlijdt in juni 1867, enkele maanden na de geboorte van hun dochtertje Sophia. Sophia overlijdt als ze iets meer dan een jaar oud is. Kornelis werd na het overlijden van zijn schoonzuster Berber Schaafsma benoemd als toeziend voogd van de kinderen van Alle Harkes.

3.9.4
PIETER HARKES, timmerman in Gorredijk

14-8-1833 Gorredijk - 17-6-1910 Gorredijk
ongehuwd

Over Pieter Harkes valt, afgezien van zijn geboorte- en overlijdensakte, eigenlijk niets te vinden. Hij is ongehuwd gebleven, heeft nooit handelingen uitgevoerd waarbij een notaris te pas kwam, en evenmin verscheen zijn naam in de krant. Een van de (weinige) nakomelingen uit de Harke-tak heeft verteld dat hij gespecialiseerd was in het maken van schaatsen.
Pieter staat wel afgebeeld op de foto hierboven van de drie bedachtzaam ogende, pijprokende broers. Sophia, de dochter van Alle Harkes, vertelde dat zij wel eens de pijpen van haar ooms mocht aansteken. Ook Sophia's vader Alle staat op de foto hieronder pijprokend afgebeeld.

3.9.5
ALLE HARKES, verver in Gorredijk

8-9-1835 Gorredijk - 3-4-1916 Langezwaag
x (1) Berber Johannes' Schaafsma, Opsterland 28-11-1863
23-9-1836 Balk - 17-5-1868 Gorredijk
dv Johannes Annes Schaafsma en Feikjen Jelles Hornstra
x (2) Andrea Hendriks Groenier, Schoterland 20-4-1879
20-8-1842 Gorredijk - 21-11-1920 Amsterdam
dv Hendrik Groenier en Maria Elisabeth Feits

uit het eerste huwelijk:
1. Sophia 26-4-1865 Gorredijk
2. Feikje 25-11-1867 Gorredijk
uit het tweede huwelijk:
3. Jan 29-7-1879 Gorredijk



Andrea Groenier en Alle Harkes van der Sluis

Alle Harkes was net als zijn broer Kornelis huisschilder, soms werd hij vermeld als meester verwer. Op 21 november 1874 is ten behoeve van de kinderen een boedelbeschrijving opgemaakt van de goederengemeenschap die bestond tussen Alle Harkes en zijn wijlen echtgenote Berber Schaafsma. Behalve Alle Harkes verscheen ook Kornelis bij de notaris, als toeziend voogd over Sophia en Feikje, de kinderen van Alle. Deze inventarislijst van de boedel bevat een prachtige opsomming van wat er zoal in een 19e eeuwse verfwinkel aanwezig was: behangselpapier, een linnenmangel, plaatstoven, ladders, tafels, achttien houten emmers, een wrijfsteen, verfmolen en oliepot. Verder alle attributen die toentertijd behoorden bij een Fries kostuum.
Op woensdag 15 december 1880 vindt de veiling plaats van: Een winkelhuizinge met erf en tuin c.a. op de Langewal te Gorredijk met de geheele steeg ten zuidoosten <..> ter grootte van drie are, door den verkooper Alle Harkes aangekocht bij koopacte verleden voor mij, notaris, den twintigsten februarij achttien honderd negenenzestig, overgeschreven ten hypotheekkantore te Heerenveen den tweeden Julij aanvolgende <..> na den dood van zijne eerste echtgenoote Berber Johannes' Schaafsma, doch door het niet opmaken van beschrijving duurde de bestaand hebbende huwelijksche gemeenschap volgens art. 182 van het Burgerlijk Wetboek voort en bekwamen zijne twee minderjarige kinderen de helft van voorschreven onroerend goed in eigendom terwijl de wederhelft zijn eigendom bleef.
Voor de toonbank met lessenaar, de winkelkasten, de schutting tusschen het achterste kamertje en de verfwinkel en de spiegel in de schoorsteenmantel komt honderd gulden bij de koopsom, terwijl deze som moet worden betaald bij de eerste termijn van de koopsom. De Gorredijkster koopman Sjollema was de hoogste bieder, maar dat bod werd na gedane oproeping door Suardus Piers van der Sluis (4.3.3.2) met f 100 verhoogd, waarna het perceel provisioneel aan Suardus werd toegewezen voor f 2850.

Alle Harkes, zijn tweede vrouw Andrea Groenier en hun zoon Jan verhuizen op 13 juni 1881 naar Amsterdam, waar ze op het adres Wagenaarstraat 104 gaan wonen. Later verhuizen ze naar de Von Zesenstraat 6. Bij Alle Harkes staat als hoofd van het gezin in het register vermeld dat hij schilder bij de tram is. De beide dochters (15 en 13 jaar oud) uit het eerste huwelijk staan niet in het register en zijn blijkbaar niet meeverhuisd. Op 2 september verhuist het echtpaar samen met zoon Jan terug naar de gemeente Schoterland, en twee jaar later naar Langezwaag.

3.9.6
BINNE HARKES, gemeente-secretaris te Sloten

19-8-1837 Gorredijk - 6-1-1910 Sloten
x Detje Hielkes Tromp, Sloten 26-6-1870
27-6-1838 Oldeouwer - 6-3-1921 Sloten
dv Hielke Johannes Tromp en Idskjen Jans Poppes

1. Harke 9-4-1871 Sloten

Binne, de op een na jongste zoon van Harke Jans van der Sluis werd secretaris van de gemeente Sloten. Bij zijn huwelijk met Detje Hielkes Tromp verhuist hij van Gorredijk naar Sloten, waar hij gemeentesecretaris wordt. In 1870 trouwt hij met Detje Tromp.
Zij was weduwe van Jan Lykles Hottinga. Uit dat huwelijk zijn geen kinderen geboren. Binne en Detje kregen één zoon: Harke. Binne had een aantal broers die in Gorredijk waren wonen. Tijdens bezoeken aan hen ging men ook af en toe langs bij Alle Jans. Op 17 juli 1872 schrijft hij in zijn dagboek:
Des avonds heeft de vrouw van Binne van der Sluis die met Harke van der Sluis zijn vrouw bij moeder was, een poosje hier geweest, en later zijn Mintje, Aaltje en Theda naar Suardus zijn vrouw geweest.



Op 5 maart 1894 staat het onderstaande bericht in de Leeuwarder Courant:
Sloten, 1 Maart. Den 19 dezer zal het 25 jaar geleden zijn dat de heer B. v.d. Sluis als secretaris dezer gemeente optrad. Met stipte nauwgezetheid en gewaardeerde toewijding vervulde hij steeds zijne betrekking en zijne uitgebreide administratieve en rechtskennis maakte hem tot de vraagbaak van hoog en laag.
Wat dit jubilé bijzonder merkwaardig maakt is het feit, dat gedurende dit 25-jarig tijdvak niet minder dan 9 burgemeesters hunne intrede in dit "stedeke" deden, om hier hunne ambtelijke loopbaan te beginnen.


3.9.7
HYLKE HARKES, verver in Gorredijk

25-10-1828 Gorredijk - 27-2-1919 Gorredijk
ongehuwd

Hylke Harkes was net als zijn broers Pieter en Jan ongehuwd. Samen met zijn broers Kornelis en Jan koopt hij het huis en de timmerwinkel van hun vader voor f 3000. De koopsom was al voldaan voordat de akte werd getekend. De timmeractiviteiten zullen kleinschalig zijn geweest en de verdiensten zullen bescheiden zijn geweest, want in 1888 gaat hij samen met dezelfde broers een hypotheek aan ter waarde van f 500 bij de Spaarbank der Maatschappij tot Nut van het Algemeen in Gorredijk. Jan en Hylke zijn samen erfgenaam van Kornelis. Als beide mannen op leeftijd zijn, verkopen ze het huis en de timmerwinkel, maar ze mogen wel in het pand blijven wonen.