Negende generatie
Jan Wytzes van der Sluis (1826 - 1908)


4.1.12
JAN WYTZES, boer te Wijnjeterp

27-8-1826 Wijnjeterp - 18-4-1908 Wijnjeterp
x Doetjen Jacobs Velde Opsterland 20-7-1847
8-7-1824 Lippenhuizen - 26-5-1909 Wijnjeterp
dv Jacob Kornelis Velde en Jacobje Gerrits

1. Janke 22-7-1848 Wijnjeterp
2. Jacob 24-1-1850 Wijnjeterp
3. Wytze 5-11-1851 - 30-7-1857 Wijnjeterp
4. Jacobjen 1-2-1854 Wijnjeterp
5. Alle 21-1-1856 Wijnjeterp
6. Sytske 30-11-1857 Wijnjeterp
7. Wytze 8-3-1860 Wijnjeterp
8. Kornelis 15-5-1863 Wijnjeterp
9. Ype 9-7-1865 Wijnjeterp



Jan Wytzes woonde bij de sluis van Wijnjeterp, als opvolger van zijn vader Wytze Alles. Het weggetje erheen heet in de volksmond nog steeds de Jan Wytzes-leane. Jan Wytzes was maatschappelijk actief. Hij was onder meer lid van de gemeenteraad van Opsterland en kerkvoogd, maar er werd van hem gezegd dat hij zich meer voor de stoffelijke dan voor de geestelijke aspecten van de kerk interesseerde. Samen met zijn neven Alle en Pier Jans nam hij deel aan verveningen onder Wijnjeterp en Donkerbroek.

De boerderij bij de sluis werd door Jan Wytzes gehuurd van de familie Lycklama à Nijeholt. Net als in zijn vaders tijd hoorde er nog een herberg ('trochreed') bij deze boerderij. In 1851 staat in de Leeuwarder Courant dat het bestek en de tekening van de vernieuwing van de dorpsschool te Wijnjeterp voor gegadigden ter lezing liggen in de herberg van J.W. van der Sluis te Wijnjeterp. Ook vonden in de herberg verkopingen van landerijen of houtgewas plaats. De boerderij annex herberg staat boven aan deze webpagina afgebeeld. Pas in 1902 kocht hij het bedrijfsgebouw, zonder het bijbehorende land. Het schuurgedeelte werd afgebroken, zodat een woonhuis resteerde.

Hij was met zijn vrouw Doetje wel eigenaar van twee andere boerderijen. Op de weilanden die hij van zijn vader had geërfd, even westelijker aan de vaart onder Hemrik, liet hij in 1862 een boerderij bouwen. Het geheel werd verhuurd aan de familie Lipstra. De tweede stond aan de Bûtewei in Terwispel, met 60 ha. hooi- en weidland. Deze was afkomstig uit de erfenis van zijn schoonvader Jacob Kornelis' Velde. De bewoners waren de al wat oudere broers Hoekstra. In augustus 1893 brandde deze boerderij tot de grond toe af. De beide broers stopten met hun activiteiten en Jan Wytzes besloot op hetzelfde perceel, nu aan de Binnenwei, een nieuwe boerderij te zetten. Hij wilde prima grond en materiaal hebben en kocht daarom, zoals in die tijd wel vaker gebeurde, een boerderij in Menaldum en liet de terpaarde, het balkengebint en de spanten naar Terwispel verschepen. Een jaar na de brand stond het nieuwe gebouw er. Zijn in 1895 getrouwde zoon Wytze Jans werd boer op het bedrijf.

Na het overlijden van Jan Wytzes en zijn vrouw werden de beide boerderijen door de acht kinderen verkocht. Maar die verkoping had veel voeten in aarde. Er was verschil van mening over het wel of niet verkopen van de erfenis. Het heeft tot resultaat gehad dat de kinderen in twee kampen werden verdeeld (Sytske, Wytze en Ype in het ene, de rest in het andere), die geen contact meer met elkaar zouden hebben. Uiteindelijk werd tot aan het Gerechtshof geprocedeerd, met als resultaat toch een verkoping in 1911. De boerderij in Terwispel leverde f 44.222,- op en die in Hemrik f 18.527,-. Drie bunder hooiland onder Boornbergum werd verkocht voor f 3.850,-. Ook het woonhuis aan de sluis kwam onder de hamer. De oude herberg werd door de nieuwe eigenaar Anne Lipstra afgebroken en er werd een nieuwe boerderij op het perceel gezet.

De volgende 'Lijst van gouden en zilveren werken in den boedel van wijlen den heer Jan Wytzes van der Sluis en mevrouw Doetje Jacobs Velde' maakte deel uit van de erfenis. De geschatte waarde staat erbij vermeld:
Gouden werken
breed oorijzer met knoppen 156,15; gouden heerenhorloge 22,00; flacon met gouden dop 4,80; doekspeld 4,51; mutsspelden 1,20; rondkopmutsspeld 1,28; juweelen mutsspelden 5,00;
Zilveren werken
twaalf lepels 19,09; twaalf vorken 18,74; tabaksdoos en pijpuithaalder 4,97; melklepel 1,05; mes met zilveren heft 2,00; lepeltjes 0,49; theeschepje 0,24; drie schoengespen 0,80; messen met zilveren heften 19.00; elf lepeltjes en melklepel 2,66; brandewijnskommen 17,42; roomkommetje en suikertang 3,85; vleeschvorkje 0,35; sigarenstel 5,95; vuurkomfoor 3,66; kerkboek met twee haken 4,20;
De totale waarde bedroeg f 281,41


.