VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
Des morgens ben ik dadelijk naar Groen geweest, die vrijwat ongesteld is en niet beter wordt. Daar wij heden geen preek hadden wijl Dom. Meijer naar de vacature te Oudeschoot moest, ben ik bij Pier geweest en hebben wij des namiddags de rekeningen in orde gebracht. Wobbe en de vrouw zijn des middags naar L.W. Hoekstra geweest en Theda is alleen te huis geweest. De geheele dag mooi weder, doch niet zeer helder. De wind west en noordwest.
18
De wind zuidwest en treurig weder. Na het ontbijt ben ik naar het land gegaan en toen is het begonnen te regenen en al spoedig zoo erg dat ik bijna doornat te huis ben gekomen. E.S. Posthuma en Aaltje waren toen hier. Aaltje bij moeder en E.S.P. bij Pier, met wie hij heeft gerekend. Ik heb daar koffij gedronken en gegeten en ben toen bij de timmerlui geweest totdat E.S.P. hier is gekomen en wij ook gerekend hebben, waarna zij spoedig zijn vertrokken en toen ben ik nog een poosje bij de timmerlui en bij Groen geweest, welke nog niet beter werd. Het heeft de geheele dag door buijig geweest en bij pozen sterk geregend. De wind is geworden n.west en vervolgens noord.
19
Des morgens koud. De wind noord en sterk, gedurig sneeuwbuijen en tusschen beide regen. Ik ben eerst een poos bij de timmerlieden geweest en daar hebben wij bezig geweest met opruimen. Vervolgens ben ik naar het appelhof gegaan, waar A. Jasper het leem over slegte, en toen naar de dongmenners voor S.W. Bijstra. Des namiddags weder bij het huis en van daar ben ik naar de Takkewijk gegaan om met de arbeiders kalkzand te halen.
20
Des morgens toen ik opstond was alles bedekt met sneeuw, zoodat ze dadelijk niet naar het land konden kruijen. Toen hebben we eerst de puin wat opgeruimd en vervolgens 30 mud kalk ontvangen. Vervolgens ben ik nog eens naar het appelhof geweest en van daar met Homme van der Burg naar Gordijk gereden. Bij E.S.P. was het alles behoorlijk goed. Nadat ik bij de beschrijving van de bomen op Sparrebird was, ben ik met Pier vertrokken en na nog even bij de erven Hemrika het vee enz. te hebben gezien, ben ik naar de Nutsvergadering gegaan, waar wij tot 10 uur zijn gebleven.
21
Des nachts sterk gevroren en alles bedekt met sneeuw en koude noordewind. Eerst hebben wij bij huis de boel wat opgeknapt en toen naar het land voor S.W. Bijstra te mennen en het land gereedmaken. Namiddag heeft Boke mest naar het appelhof gebracht en toen hebben wij nog een partij in de gaten gebracht.
22
Des nachts heeft het weder vrijwat gevroren, zoodat de grond niet was te gebruiken. Toen hebben zij eerst de mest op het land voor S.W. Bijstra gestrooid en namiddag zijn wij begonnen met het planten van appel en peerbomen naast L. Hoekstra, doch hadden nogal hinder van de vorst.
23
Wederom vorstig, doch minder dan de vorige nachten. Nadat ik had ontbeten zijn wij naar het appelhof gegaan en hebben het planten voortgezet. Des namiddags ben ik naar Heerenveen gereden om Aaltje af te halen, die met de trein van Akkrum kwam, waar ze goed in orde waren geweest. Ik ben een oogenblikje bij de Heer Sievers geweest om ZEd eens te spreken over de Dyaconiekwestie en tevens opgegeven om mij 500 meter telegraafdraad te zenden. Des avonds zijn Aaltje en ik nog even naar Broeder Pier geweest. Aan Pier gegeven f 12,50.
Naar top