VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
14
Des morgens mooi weder. Met de vrouw, Wobbe en Broeder Jan ben ik naar Lippenhuizen naar de kerk geweest. Bij Wobbe hebben wij te zamen koffij gedronken en nadat wij hadden gegeten ben ik met de vrouw naar Oom Hemrika gewandeld, waar wij koffij hebben gedronken. Met Oom bleef het zoowat op dezelfde hoogte, ofschoon hij zeer zwak was en met moeite tot het bed kon komen, zag hij op de stoel zittende er vrij goed uit. Zes uur zijn de vrouw en ik naar de avondkerk gegaan en om 8 uur te huis gekomen.
15
Des morgens een weinigje vorstig. Na ontbeten te hebben ben ik naar het land geweest achter P.W. van der Sluis, waar Wiebe en Sietze aan het greppelopmaken waren, en vandaar naar Linze Adams, die bezig was met de sloot voor de bosch bij S. Bijstra op te maken, en toen heb ik hem besteld om een dam te zetten in de sloot tussen L. Hoekstra en F. Wijnstra. Nadat wij hadden gegeten is Broeder Jan vertrokken en zijn de vrouw en ik naar Gordijk gereden om Mina eens te bezoeken, met wie het niet beter was geworden. Zuster Aaltje was iets beter dan in de laatste dagen, echter zeer mismoedig over de toestand van Mina. Om 8 uur zijn wij vertrokken.
16
Allerheerlijkst weder. Zoodra wij hadden ontbeten ben ik naar het kantoor gegaan en heb een brief geschreven aan Jan A. van der Sluis over de veenverkooping te Nieuweroord. Aan J. Huitema voor de arbeiders gegeven f 50=. Namiddag ben ik weder op het kantoor geweest, bezig met nazien van het bestek van de Zeedijk bij Pieterburen. Des avonds zijn Meek, Boke, de smid en de tuinman hier geweest met de vrouwen.
17
Harde wind en koud. Na het ontbijt heb ik een poos geschreven en ben om 11 uur naar het land van Eskes gegaan, waar Wiebe en Sytze aan het omkeeren waren, en vervolgens naar Gordijk. Aan Bergsma betaald kostgeld voor Pier f 154=. Bij E.S.P. heb ik gegeten, waar het met Mina niet beter werd. Ook was Aaltje nog niet vlug. Wobbe en Theda zijn naar Heerenveen gereden om Ruurd en Mintje te halen, welke toen nog een poosje naar de molen zijn geweest, en zijn we te zamen om 7 uur te huis gekomen. Tot 1 uur hebben wij, alsook Wobbe en Jap, des avonds genoegelijk zitten praten en heeft de vrouw met Mintje gerekend over boter etc. en van haar toegekregen f 20=. Het was des nachts zeer onstuimig.
18
Ook weder buijig en harde wind. Ik ben des morgens dadelijk het volk rondgeweest, en nadat wij ontbeten hadden, zijn Ruurd en Mintje naar Wobbe, Beppe en Oom Pier gegaan en heb ik mij gereed gemaakt om naar Groningen te gaan. Om 11 uur zijn we op reis gegaan en is J. Koopmans medegereden. Vlak voordat wij te Akkrum waren, heeft het een poos sterk geregend. Te Leeuwarden moest ik een half uur wachten en ben om 5 uur te Groningen gekomen. Betaald voor H.veen - Groningen f 3,30 cent, verschotten 80 cent. Nadat wij hadden gegeten en ik een poosje bij Jufvrouw Kuijper had gepraat, zijn wij te bed gegaan. Met Schaafsma en J. Dikken ben ik van Leeuwarden gereisd, en te Groningen heb ik aangetroffen Van Tongeren, Kamman en anderen.
19
Des morgens om 5½ uur zijn wij met de wagen van J. Westenborg over Adorp, Wetzinge, Sauwerd, Warfum etc. naar Kloosterburen gereden. Het weder was toen evenals de geheele dag zeer mooi en het had een weinigje gevroren. Om 11 uur is de aanwijzing begonnen, en waren op het terrein aanwezig ruim 60 personen. Langs de eerste opdijk zijn we naar buiten gewandeld, en zoo altijd in de rigting van de geprojecteerde dijk over de Wadden tot het einde. Nadat de reis was volbracht, hebben wij bij Meijer op Bokum een glaasje bitter gedronken en vervolgens te Kloosterburen een kop koffij en een broodje gebruikt, en van daar naar Groningen gereden. Aan den Opzigter H. Wind heb ik betaald voor de Profilteekening 15=, en des avonds aan Doctor Zwaagman volgens rekening f 3=. Nadat wij bij Van der Wal wat hadden gegeten, zijn wij ter ruste gegaan.
20
Des morgens om 7½ uur opgestaan zijn wij na ontbeten te hebben met de trein van 8:10 naar Veenwouden gereden in gezelschap van J.H. van der Meulen, en vervolgens met de Diligence naar Dragten. Ik ben toen nog een oogenblik bij T. Bosma aangeweest, waar het met de vrouw niet gunstig was. Te Dragten heb ik bij T. Rinsema gegeten, en toen zijn Pier en ik te zamen naar huis gewandeld. In Olterterp kwam de vrouw ons tegen, die nog even naar Opeinde zoude, om eens te zien hoe het met Zuster Janke ging. Bij mijne tehuiskomst heb ik alles goed in orde gevonden en zijn des avonds Br. Pier en de vrouw nog een poosje hier geweest. Het weder was mooi, doch niet zoo helder en veel kouder dan de vorige dag.
Naar top
Des morgens mooi weder. Met de vrouw, Wobbe en Broeder Jan ben ik naar Lippenhuizen naar de kerk geweest. Bij Wobbe hebben wij te zamen koffij gedronken en nadat wij hadden gegeten ben ik met de vrouw naar Oom Hemrika gewandeld, waar wij koffij hebben gedronken. Met Oom bleef het zoowat op dezelfde hoogte, ofschoon hij zeer zwak was en met moeite tot het bed kon komen, zag hij op de stoel zittende er vrij goed uit. Zes uur zijn de vrouw en ik naar de avondkerk gegaan en om 8 uur te huis gekomen.
15
Des morgens een weinigje vorstig. Na ontbeten te hebben ben ik naar het land geweest achter P.W. van der Sluis, waar Wiebe en Sietze aan het greppelopmaken waren, en vandaar naar Linze Adams, die bezig was met de sloot voor de bosch bij S. Bijstra op te maken, en toen heb ik hem besteld om een dam te zetten in de sloot tussen L. Hoekstra en F. Wijnstra. Nadat wij hadden gegeten is Broeder Jan vertrokken en zijn de vrouw en ik naar Gordijk gereden om Mina eens te bezoeken, met wie het niet beter was geworden. Zuster Aaltje was iets beter dan in de laatste dagen, echter zeer mismoedig over de toestand van Mina. Om 8 uur zijn wij vertrokken.
16
Allerheerlijkst weder. Zoodra wij hadden ontbeten ben ik naar het kantoor gegaan en heb een brief geschreven aan Jan A. van der Sluis over de veenverkooping te Nieuweroord. Aan J. Huitema voor de arbeiders gegeven f 50=. Namiddag ben ik weder op het kantoor geweest, bezig met nazien van het bestek van de Zeedijk bij Pieterburen. Des avonds zijn Meek, Boke, de smid en de tuinman hier geweest met de vrouwen.
17
Harde wind en koud. Na het ontbijt heb ik een poos geschreven en ben om 11 uur naar het land van Eskes gegaan, waar Wiebe en Sytze aan het omkeeren waren, en vervolgens naar Gordijk. Aan Bergsma betaald kostgeld voor Pier f 154=. Bij E.S.P. heb ik gegeten, waar het met Mina niet beter werd. Ook was Aaltje nog niet vlug. Wobbe en Theda zijn naar Heerenveen gereden om Ruurd en Mintje te halen, welke toen nog een poosje naar de molen zijn geweest, en zijn we te zamen om 7 uur te huis gekomen. Tot 1 uur hebben wij, alsook Wobbe en Jap, des avonds genoegelijk zitten praten en heeft de vrouw met Mintje gerekend over boter etc. en van haar toegekregen f 20=. Het was des nachts zeer onstuimig.
18
Ook weder buijig en harde wind. Ik ben des morgens dadelijk het volk rondgeweest, en nadat wij ontbeten hadden, zijn Ruurd en Mintje naar Wobbe, Beppe en Oom Pier gegaan en heb ik mij gereed gemaakt om naar Groningen te gaan. Om 11 uur zijn we op reis gegaan en is J. Koopmans medegereden. Vlak voordat wij te Akkrum waren, heeft het een poos sterk geregend. Te Leeuwarden moest ik een half uur wachten en ben om 5 uur te Groningen gekomen. Betaald voor H.veen - Groningen f 3,30 cent, verschotten 80 cent. Nadat wij hadden gegeten en ik een poosje bij Jufvrouw Kuijper had gepraat, zijn wij te bed gegaan. Met Schaafsma en J. Dikken ben ik van Leeuwarden gereisd, en te Groningen heb ik aangetroffen Van Tongeren, Kamman en anderen.
19
Des morgens om 5½ uur zijn wij met de wagen van J. Westenborg over Adorp, Wetzinge, Sauwerd, Warfum etc. naar Kloosterburen gereden. Het weder was toen evenals de geheele dag zeer mooi en het had een weinigje gevroren. Om 11 uur is de aanwijzing begonnen, en waren op het terrein aanwezig ruim 60 personen. Langs de eerste opdijk zijn we naar buiten gewandeld, en zoo altijd in de rigting van de geprojecteerde dijk over de Wadden tot het einde. Nadat de reis was volbracht, hebben wij bij Meijer op Bokum een glaasje bitter gedronken en vervolgens te Kloosterburen een kop koffij en een broodje gebruikt, en van daar naar Groningen gereden. Aan den Opzigter H. Wind heb ik betaald voor de Profilteekening 15=, en des avonds aan Doctor Zwaagman volgens rekening f 3=. Nadat wij bij Van der Wal wat hadden gegeten, zijn wij ter ruste gegaan.
20
Des morgens om 7½ uur opgestaan zijn wij na ontbeten te hebben met de trein van 8:10 naar Veenwouden gereden in gezelschap van J.H. van der Meulen, en vervolgens met de Diligence naar Dragten. Ik ben toen nog een oogenblik bij T. Bosma aangeweest, waar het met de vrouw niet gunstig was. Te Dragten heb ik bij T. Rinsema gegeten, en toen zijn Pier en ik te zamen naar huis gewandeld. In Olterterp kwam de vrouw ons tegen, die nog even naar Opeinde zoude, om eens te zien hoe het met Zuster Janke ging. Bij mijne tehuiskomst heb ik alles goed in orde gevonden en zijn des avonds Br. Pier en de vrouw nog een poosje hier geweest. Het weder was mooi, doch niet zoo helder en veel kouder dan de vorige dag.
Naar top