VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
Zijn wij naar Lippenhuizen naar de kerk gereden, waar Dom. Meijer gepredikt heeft naar aanleiding van ps. 29 over het ontzagwekkende en prachtige van het onweder, vooral in Palestina maar ook tevens hier bij ons. ZEd nam hiertoe aanleiding van de in de afgelopen week voorgevallen zware onweders en daardoor veroorzaakte rampen en onheilen.
24
Zijn Pier en ik des morgens naar de Gorredijk gereden en hebben bij J. Koopmans koffij gedronken en de boeken van het Stoomfabriek, de Graanhandel en de Boterhandel nagezien en de boeken geteekend. Daarna hebben wij bij E.S.P. gegeten en zijn vervolgens met de boot naar buiten gezeild om de Veenderij eens na te zien. Bij de molen van J. de Vries tot aan de nieuw te stigten molen gezeild en hebben dat werk eens nagezien, en vervolgens eens rondgezien om een plek voor een hoopstede of turfschuur te plaatsen, en zijn vervolgens teruggezeild en bij De Vries koffij gedronken en van daar de Veenderij tot aan de Klidze doorgezien. Bij E.S.P. hebben wij nog een oogenblik gezeten en zijn om tien uur te huis gekomen. Toen was J.B. Ebbinge bij ons, en A.Mulder bij mij aan het hout laden.
Betaald aan K.H. van der Sluis verven van buiten f 49.
25
Heeft J.B. Ebbinghe na het ontbijt hier nog wat gepraat, vervolgens afscheid genomen van Pier en de zijnen en van Grootmoeder. Toen hebben wij nog een kopje koffij gedronken en daarna is Wobbe met E. medegegaan naar het Schar. Nadat W. teruggekomen was, hebben wij gegeten en zijn toen met ons beiden het land en de koeijen bij langs geweest en hebben met elkander overlegd wat er gedaan zoude worden, daar ik morgen op reis zal gaan. Met zigten van de rogge zijn wij begonnen achter de kerk en op het land voor Fokke Jans de Vries.
26
Zijn Pier en ik des morgens op reis gegaan met A. de Boer naar Groningen met de harddraver van Pier en Van Dam voor de wagen. Daar gekomen heb ik een brief van Mintje aan G. Holthuis bezorgd, en een paar schoenen voor mij gekocht f 3,50 cent bij Paanakker.
Daarna heb ik de declaraties van het 2e termijn van het Baggerwerk naar het Bureau gebracht. Aan Mulder verkocht 50 vat lijnolie voor 34,75 cent, waarover ZEd aan J. Koopmans zoude telegraferen. Om drie uur zijn wij vertrokken. Onderweg kwam ons veel vee tegemoet, komende van Martenshoekster Kermis, en toen zijn wij om vijf uur bij Struvé gekomen. Nadat wij met T. de Jong bij het Baggerwerk langs waren geweest, en een poos bij hem gezeten terwijl A. de Boer de paarden verzorgde, hebben wij wat gegeten en eindelijk ons ter ruste begeven.
27
Nadat wij ontbeten hadden en de paarden verzorgd, zijn wij het werk nog eens opgegaan, en toen heeft Pier zijn paard aangegeven om te tuigen en terwijl ze bezig daarmede waren hebben wij de paarden aangegeven voor de Draverij en geloot. Vervolgens hebben wij gedineerd. Om drie uur is de Draverij begonnen. Er waren 11 paarden. Van Dam heeft het verloren tegen de bles van T. Koning en die van Pier tegen de schimmel van De Jong van Beers. Van de tuigpaarden is die van Pier op het viertal geweest. Nadat de Draverij was afgelopen zijn wij naar Nieuwolda vertrokken, waar wij A.W.S. en C. de Jong des avonds om 11 uur bij Cremers aantroffen en alles goed in orde was. A. de Boer was met Tamminga naar Groningen gereden.
28
Nadat wij bij Cremers waar wij gelogeerd waren hadden ontbeten, zijn wij naar De Jong gegaan. A.W.S. en E. de Herder zijn des morgens naar het aanwijs van de Straatweg te Vlagtwedde en Bourtange gereden. Om negen uur zijn wij het werk opgegaan langs het Zijldiep, waar ze nog bezig waren met baggeren en zoo vervolgens langs de afsnijding van de Scheeve Klap tot langs de Hondshalstermaar aan de afsnijding bij de plaats van Eggers, waar ze op verschillende plaatsen reeds bezig waren. Nadat wij met Van Rees in de keet koffij hadden gedronken, zijn wij weder langs het nieuwe werk naar huis gewandeld en hebben toen gegeten. Na den eeten hebben wij wat gepraat en heb ik van De Jong de lijsten ontvangen. Om zeven uur zijn A.W.S. en Herder teruggekomen, en toen hebben wij wat gepraat en zijn vervolgens Pier en ik naar Cremers gegaan, nadat wij eerst bij J. Didel met Van Rees een glas wijn hadden gedronken.
29
Zijn wij te zamen langs het nieuwe kanaal gevaren tot aan het Koediep, en vervolgens tot aan Lula gewandeld, zoodat wij het geheele werk hebben nagezien. Het was zoo ver gevorderd dat als er geene rampen komen, de grond in de volgende week uit het kanaal komt. Nadat wij te zamen bij Lula wat koffij hadden gedronken, is Didel met de wagen gekomen en zijn wij vertrokken. Ik heb van Pier ontvangen f 600=. Aan T. de Jong op rekening gegeven f 1450=.
Te Veendam hebben wij bij de wed. Duintjer de paarden gevoerd en een kop koffij met een boterham gebruikt. Van daar zijn wij over Wildervank naar Gieten gereden, waar wij de paarden hebben gevoederd, en vervolgens over Gasselte naar Odoorn. Hier hebben wij nog eens gevoederd en zijn toen over Westdorp en de Kolonie naar Schoonoord gereden, waar wij om zeven uur aankwamen en de geheele familie uitmuntend wel aantroffen, ofschoon ze vreemd opkeken ons daar te zien. Nadat wij de avond genoegelijk hadden gesloten, zijn wij om één uur ter ruste gegaan.
Naar top