VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
15
Des morgens ben ik met de vrouw, Mintje en Aaltje naar Lippenhuizen gereden. Wobbe is naar Oom Hemrika gegaan te eten en wij zijn na kerktijd dadelijk weer naar huis gereden. Des namiddags ben ik even bij Grootmoeder om een kopje thee geweest en heb toen aan Sytske 1 gulden tot nieuwjaar gegeven. Mintje en Geeske P. zijn naar Van Seijen gegaan om een kopje thee.
16
Ben ik des morgens met Wobbe naar het land gegaan en hebben besteld voor Sytze W. Bijstra omkeeren van de Oostersche akker aan J.W. Veenstra per roede 6 cents en 1 cent voor uitkroden, alsmede de sloot tusschen de kamp en de bosch op te maken, en aan Linze A. de Vries om keeren en digten van de greppels op het land afkomstig van Wopke Wierda per roede voor 10 cents.
Toen wij te huis kwamen was Geert W. Bruinsma bij ons om met mij te rekenen. Nadat wij gegeten hadden ben ik naar de afrekening van het Hulpfonds te Lippenhuizen gegaan, en ben daar benoemd tot medebestuurder van dat fonds. Na de afloop hebben wij bij Dr. Fischer thee gedronken en zijn toen met de wagen die Mintje en Geeske daar bracht, naar huis gereden., alsmede A.W. v.d.Sluis , L.W. v.d. Sluis en G. Bruinsma, welke zoo lang bij K. Velde had gepraat. Te huis gekomen hebben wij ons werk voortgezet en zijn om negen uur naar Pier gegaan, waar A.W.S. en L.W.S. toen waren. Betaald aan Oosterbaan touw f 16,66.
17
Hebben G. Bruinsma en ik des morgens vroeg de rekening gesloten en heb ik van G.W.B. ontvangen praamshuur f 17= betaald voor diensten f 10=. Bij de sluiting van onze rekening is gebleken dat Geert nog aan mij moet verantwoorden wegens voorschot aan gravers f 17,50 en wegens betaalde kosten voor b.weitenland van hem en Jacopje f 75= dus te zamen f 92,50. Wobbe is met Mintje en Geeske naar het Heerenveen gereden. Nadat Geert en ik de rekening hadden gesloten hebben we nog over de Veenderij etc. gesproken, vervolgens gegeten en om twee uur heeft Suardus hem en Neef A.W.S. naar Oosterwolde gebracht. Toen ben ik nog eens naar de omkeerders voor S.W. Bijstra en achter de Buitenweg gegaan en vond daar alles behoorlijk goed in orde. Van daar ben ik naar J.W. v.d. Sluis gegaan en met deze afgesproken dat hij heden avond bij Pier zoude komen te rekenen, en van daar gaande ben ik eens naar de Takkewijk gegaan, waar wij nog een paar bokvollen mest op de greid hadden gebracht. Des avonds hebben Wobbe en ik geschreven.
18
Zijn Wobbe en ik des morgens naar het land gegaan naar de omkeerders en toen wij te huis kwamen hebben wij koffij gedronken en onderwijl heb ik mij gereedgemaakt om naar de Gorredijk te gaan. Om één uur ben ik daar gekomen en heb toen van J. Houwink de rekening ontvangen en betaald aan Dornseiffen rek. f 19,45, idem aan B. Prakken grondgeld over de jaren 1863 & 1864 - f 5,79 cent. Ontvangen van dezelve voor takken etc. aan H.H. Compagnons geleverd in 1864 f 22,75½. Toen ben ik naar Van der Wal gegaan, waar de Palmslag van de veenen van de erven Zwaga zoude plaats hebben, doch het is geveild en eenige perceelen zijn verhoogd en de eindelijke toewijzing is bepaald over 3 weken. Nadat wij bij E.S.P. wat hadden gegeten, zijn wij naar Dom. Meijer gegaan op visite, waar wij de vrouwen en dochters reeds vonden, alsmede J. de Jong Gzn en de Ontvanger Habbema met de vrouwen, alsook Jufvrouw Fischer en Jufvrouw Klein, zijnde de twee Heeren later gekomen. Wij hebben daar een genoegelijke avond gehad en zijn om twaalf uur naar huis gegaan. Toen was het min of meer stofregen.
19
Zijn Wobbe en ik weer naar het land gegaan, doch daar er vrijwat sneeuw gevallen was, vonden wij de arbeiders daar niet, toen heeft Wobbe van S.W. Bijstra een perceeltje hout gekocht voor f 15=. Te huis gekomen hebben wij gegeten en toen hebben Herder en ik bij de schuur en het wagenhuis de boedel eens nagezien en heb ik hem opgegeven wat er te herstellen was. Vervolgens heb ik de boeken nagezien, en van de Veenderij in Appelscha de uitgaaf aangebracht. Des avonds zijn Pier en de vrouw nog een poosje bij ons geweest om afscheid te nemen en ons een goede reis te wenschen. Pier zeide mij dat zij morgen afrekening van de Veenderij in Donkerbroek met de Kloosters c.s. zouden hebben, bij A. de Wit en dan tevens die veenen verdelen. Nadat zij vertrokken waren, hebben wij ons voor de reis naar Schoonoord gereed gemaakt en aan Wobbe eenige bestellingen gedaan. Toen wij naar bed gingen begon het te sneeuwen.
20
Des morgens was het wel wat donker, echter was het weder zacht en toen zijn de vrouw en ik met kleine Pier om zeven uur naar Schoonoord op reis gegaan. Om negen uur zijn wij te Appelscha gekomen en hebben toen bij Jacobje wat koffij gedronken. Daar hebben A.W.S. en de vrouw bij ons geweest en heb ik met A.W. afgesproken dat hij naar C. de Jong zoude schrijven dat er in de volgende iemand van ons zoude komen. Om twaalf uur zijn wij te Assen gekomen, hebben bij Somer wat gegeten en zijn toen om twee uur op reis gegaan, en om vijf uur waren wij reeds te Schoonoord en vonden de kinderen al op ons wachtende en goed vlug. De zandweg was heel goed en de paarden frisch en gezond. Om zes uur is Auke naar Dom. gegaan om zijn belijdenis af te leggen.
21
Ben ik des morgens na het ontbijt met Auke naar het veen gegaan en hebben wij op de voorste plaatsen alles eens rond geweest en gezien dat Nijenhuis de begin had gemaakt met de dwarswijk tusschen nr. 1 ..., doch daar het vrijwat begon te sneeuwen hebben wij ons niet heel lang opgehouden en zijn toen naar huis gegaan en hebben gegeten. Daarna zijn wij naar Jacob de Vries gegaan en hebben daar een poosje gepraat en vervolgens te huis thee gedronken. Later hebben A. en ik naar De Wilde geweest en toen heb ik hem gezegd om tegen Mei mij de verschuldigde termijn van het Boekweitenveen op de Fogtelo te betalen.
Naar top
Des morgens ben ik met de vrouw, Mintje en Aaltje naar Lippenhuizen gereden. Wobbe is naar Oom Hemrika gegaan te eten en wij zijn na kerktijd dadelijk weer naar huis gereden. Des namiddags ben ik even bij Grootmoeder om een kopje thee geweest en heb toen aan Sytske 1 gulden tot nieuwjaar gegeven. Mintje en Geeske P. zijn naar Van Seijen gegaan om een kopje thee.
16
Ben ik des morgens met Wobbe naar het land gegaan en hebben besteld voor Sytze W. Bijstra omkeeren van de Oostersche akker aan J.W. Veenstra per roede 6 cents en 1 cent voor uitkroden, alsmede de sloot tusschen de kamp en de bosch op te maken, en aan Linze A. de Vries om keeren en digten van de greppels op het land afkomstig van Wopke Wierda per roede voor 10 cents.
Toen wij te huis kwamen was Geert W. Bruinsma bij ons om met mij te rekenen. Nadat wij gegeten hadden ben ik naar de afrekening van het Hulpfonds te Lippenhuizen gegaan, en ben daar benoemd tot medebestuurder van dat fonds. Na de afloop hebben wij bij Dr. Fischer thee gedronken en zijn toen met de wagen die Mintje en Geeske daar bracht, naar huis gereden., alsmede A.W. v.d.Sluis , L.W. v.d. Sluis en G. Bruinsma, welke zoo lang bij K. Velde had gepraat. Te huis gekomen hebben wij ons werk voortgezet en zijn om negen uur naar Pier gegaan, waar A.W.S. en L.W.S. toen waren. Betaald aan Oosterbaan touw f 16,66.
17
Hebben G. Bruinsma en ik des morgens vroeg de rekening gesloten en heb ik van G.W.B. ontvangen praamshuur f 17= betaald voor diensten f 10=. Bij de sluiting van onze rekening is gebleken dat Geert nog aan mij moet verantwoorden wegens voorschot aan gravers f 17,50 en wegens betaalde kosten voor b.weitenland van hem en Jacopje f 75= dus te zamen f 92,50. Wobbe is met Mintje en Geeske naar het Heerenveen gereden. Nadat Geert en ik de rekening hadden gesloten hebben we nog over de Veenderij etc. gesproken, vervolgens gegeten en om twee uur heeft Suardus hem en Neef A.W.S. naar Oosterwolde gebracht. Toen ben ik nog eens naar de omkeerders voor S.W. Bijstra en achter de Buitenweg gegaan en vond daar alles behoorlijk goed in orde. Van daar ben ik naar J.W. v.d. Sluis gegaan en met deze afgesproken dat hij heden avond bij Pier zoude komen te rekenen, en van daar gaande ben ik eens naar de Takkewijk gegaan, waar wij nog een paar bokvollen mest op de greid hadden gebracht. Des avonds hebben Wobbe en ik geschreven.
18
Zijn Wobbe en ik des morgens naar het land gegaan naar de omkeerders en toen wij te huis kwamen hebben wij koffij gedronken en onderwijl heb ik mij gereedgemaakt om naar de Gorredijk te gaan. Om één uur ben ik daar gekomen en heb toen van J. Houwink de rekening ontvangen en betaald aan Dornseiffen rek. f 19,45, idem aan B. Prakken grondgeld over de jaren 1863 & 1864 - f 5,79 cent. Ontvangen van dezelve voor takken etc. aan H.H. Compagnons geleverd in 1864 f 22,75½. Toen ben ik naar Van der Wal gegaan, waar de Palmslag van de veenen van de erven Zwaga zoude plaats hebben, doch het is geveild en eenige perceelen zijn verhoogd en de eindelijke toewijzing is bepaald over 3 weken. Nadat wij bij E.S.P. wat hadden gegeten, zijn wij naar Dom. Meijer gegaan op visite, waar wij de vrouwen en dochters reeds vonden, alsmede J. de Jong Gzn en de Ontvanger Habbema met de vrouwen, alsook Jufvrouw Fischer en Jufvrouw Klein, zijnde de twee Heeren later gekomen. Wij hebben daar een genoegelijke avond gehad en zijn om twaalf uur naar huis gegaan. Toen was het min of meer stofregen.
19
Zijn Wobbe en ik weer naar het land gegaan, doch daar er vrijwat sneeuw gevallen was, vonden wij de arbeiders daar niet, toen heeft Wobbe van S.W. Bijstra een perceeltje hout gekocht voor f 15=. Te huis gekomen hebben wij gegeten en toen hebben Herder en ik bij de schuur en het wagenhuis de boedel eens nagezien en heb ik hem opgegeven wat er te herstellen was. Vervolgens heb ik de boeken nagezien, en van de Veenderij in Appelscha de uitgaaf aangebracht. Des avonds zijn Pier en de vrouw nog een poosje bij ons geweest om afscheid te nemen en ons een goede reis te wenschen. Pier zeide mij dat zij morgen afrekening van de Veenderij in Donkerbroek met de Kloosters c.s. zouden hebben, bij A. de Wit en dan tevens die veenen verdelen. Nadat zij vertrokken waren, hebben wij ons voor de reis naar Schoonoord gereed gemaakt en aan Wobbe eenige bestellingen gedaan. Toen wij naar bed gingen begon het te sneeuwen.
20
Des morgens was het wel wat donker, echter was het weder zacht en toen zijn de vrouw en ik met kleine Pier om zeven uur naar Schoonoord op reis gegaan. Om negen uur zijn wij te Appelscha gekomen en hebben toen bij Jacobje wat koffij gedronken. Daar hebben A.W.S. en de vrouw bij ons geweest en heb ik met A.W. afgesproken dat hij naar C. de Jong zoude schrijven dat er in de volgende iemand van ons zoude komen. Om twaalf uur zijn wij te Assen gekomen, hebben bij Somer wat gegeten en zijn toen om twee uur op reis gegaan, en om vijf uur waren wij reeds te Schoonoord en vonden de kinderen al op ons wachtende en goed vlug. De zandweg was heel goed en de paarden frisch en gezond. Om zes uur is Auke naar Dom. gegaan om zijn belijdenis af te leggen.
21
Ben ik des morgens na het ontbijt met Auke naar het veen gegaan en hebben wij op de voorste plaatsen alles eens rond geweest en gezien dat Nijenhuis de begin had gemaakt met de dwarswijk tusschen nr. 1 ..., doch daar het vrijwat begon te sneeuwen hebben wij ons niet heel lang opgehouden en zijn toen naar huis gegaan en hebben gegeten. Daarna zijn wij naar Jacob de Vries gegaan en hebben daar een poosje gepraat en vervolgens te huis thee gedronken. Later hebben A. en ik naar De Wilde geweest en toen heb ik hem gezegd om tegen Mei mij de verschuldigde termijn van het Boekweitenveen op de Fogtelo te betalen.
Naar top