VORIGE WEEK EINDE VAN DIT DAGBOEK
Hebben wij des morgens de lijsten nagegaan en geschreven en voor het overige dien dag bij huis doorgebracht.
26
Maandag morgens is alles wederom vrij rustig aan het werk gegaan en Neef W. met De Jong naar de Oude Geut geweest en ben ik des morgens bij de Hoek van Waalkens geweest, des middags bij huis.
27
Des morgens zijn wij te zamen bij het werk geweest en ging alles geregeld en was er goede ijver bij het volk, daar ze begonnen te zien dat er wel eens goed daggeld kon worden verdiend.
Eenige brieven enz. geschreven en des middags niet weer naar het werk geweest, daar het gedurig heeft geregend en al het volk is opgehouden te werken. Des avonds ben ik verzocht om bij Nieborg te komen bij het Bestuur om de overeenkomst van de diepere ligging der sluis in orde te maken, hetwelk na veel over een weder praten eindelijk in orde is gekomen, en ben ik daarna weder naar huis gegaan, nadat ik aan Mulder de schuldbekentenis van Mesdag en Zonen heb gegeven, die dezelve voor mij aan Groenevelt die in Groningen moest betalen, zoude afzenden.
28
Het was weder opgeklaard en de klei opgedroogd, zoo dat het volk weder met pleizier kon werken. Wij zijn langs het geheele werk geweest tot aan de Dallingweersterdijk, waar alles in goede orde vooruit ging en des avonds is Zwets hier geweest.
29
Hemelvaartsdag, des morgens in huis geweest en na de middag zijn wij met De Jong en Zwets gereden over Drieborg en Beerta, Hamrik, de Beerta tot Winschoten met de wagen van Kaspars. Neef W.A.S. en ik hebben thee gedronken bij J. Mulder en toen is de oude Heer ook daar gekomen. Daarna zijn Wietze en J. Mulder naar het kantoor gegaan en hebben geld f 13.000 gereedgemaakt.
Naar top