VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
Des zondagsmorgens geslapen tot acht uur en daarna mij gekleed, vervolgens met De Jong over de werkzaamheden gesproken en wat geschreven en na de middag wat gewandeld en vervolgens in de keet gebleven.
5
Des maandags eens bij het werk geweest en overigens nogal onderscheidene menschen bij mij gehad, en een brief geschreven aan E.S. Posthuma. Overigens heden geene bijzonderheden.
Nadat er weder verscheidene polderjongens vol waren, en dat er heden evenals in de vorige week onderscheidene ploegen Zeeuwen en Zuid-Hollanders zijn gekomen.
6
Des morgens is De Jong het werk opgegaan en heb ik eerst geschreven naar huis, maar bij nadenken kwam mij beter voor om zelf naar Groningen te gaan, en ben daartoe ook maar besloten. Met Waten ben ik naar Winschoten gereden en heb daar nog een poos bij Van Rees geweest en toen ben ik met de Diligence naar Groningen gereden. Daar gekomen ben ik dadelijk bij den Heer Van Rijn gegaan, doch deze niet te huis vindende naar Mesdag & Zonen en daarvan weer naar Van Rijn, wiens vrouw juist was bevallen. Met deze gesproken over de termijnen, doch kon ZEd hierover geen besluit geven. Toen heb ik nog naar Mesdag & Zonen geweest om over de gelden te spreken en bepaald dat ik naar huis zoude schrijven, hetwelk ik toen ook heb gedaan, doch werd daarom wel wat gehinderd door de aanwezigheid van twee Heeren die zeer veel hadden te vertellen. Ik heb de brief met de nachtwacht aan de Conducteur van de Lemster Diligence doen bezorgen. Des morgens ben ik met de Diligence weder naar Winschoten vertrokken, vracht 1,75, in gezelschap van den Heer Sannes van Oostwold, een stuurman, en van den Heer Quintus, kantonregter van Winschoten. In Winschoten ben ik nog even naar het kantoor van den Heer Viëtor geweest om Mulder nog eens te spreken, doch gaf het daar geen nieuws. Van Winschoten hebben Sannes en ik een wagen genomen tot Finsterwolde f 3,50 en toen ben ik om drie uur weer in de keet gekomen, en vond De Jong reeds te huis. Na wat te hebben gegeten ben ik nog naar de Hoek van Waalkens om gewandeld en kregen wij storm tegen den avond, juist toen De Jong en ik terug kwamen van de Directiekeet waar wij waren geweest om de meubelen te ontvangen.
7
8
Is De Jong vroegtijdig het werk opgegaan en heb ik geschreven en met ploegen afgerekend. Om tien uur is Tonckens van het Stadskanaal bij ons gekomen, die gaarne geld voor geleverde turf wilde hebben, doch, daar wij zeer schraal bij kas waren, heeft hij slechts f 800= ontvangen daar hij niet gaarne wilde wachten tot A.W.S. kwam met geld. Nadat hij bij ons had gegeten is hij weder vertrokken en is eerst De Jong en daarna ik wederom het werk opgegaan.
9
Ben ik naar de Hoek van Waalkens gegaan en zoo langs het werk tot aan de B.mude en toen ben ik naar huis gegaan en is E. de Herder gekomen, die een schip met hout in de mude verwachtte voor de sluis, doch die niet is gekomen. Toen Herder wilde vertrekken kwam A.W.S. juist aan met geld f 15405,12½ en zijn wij te zamen, nadat A.W.S. eerst een boterham had gebruikt, bij de B.mude opgegaan en heb ik Bul de vracht betaald. Vervolgens zijn wij langs het geheele werk gegaan en vonden alles behoorlijk wel. Bij de Noorderrijte waren ze bezig met de rijsbedding, en in de oude Mude was ook de begin gemaakt met het rijsbed en het zelve, mede was bijna de rijs gelegen van de Dallingweersterdijk tot aan de Veenrijte en het eerste perceel was de rijs op circa 1700 el na gelegen. Nadat wij bij Dorenbos en T. de Jong een poosje hadden gepraat, zijn wij huiswaarts gekeerd, zijnde De Jong niet verder medegegaan dan de Noorderrijte.
10
Des morgens is A.W.S. met De Jong naar de Hoek van Waalkens gegaan en heb ik met verscheiden ploegen afgerekend van de buitengrond aan de dijk. Toen De Jong en A.W.S. te huis waren gekomen en wij koffij hadden gedronken is De Jong bij de Oude Geut gegaan om te betalen en heeft hij laten halen f 1700=. Ik heb mij gereedgemaakt om te vertrekken en ben bij de Directiekeet gekomen zijnde aangeroepen door het Bestuur en verzocht om met den Heer Cremers naar Groningen te rijden, welk aanbod ik gereed aannam!
Den Heer Van Rijn zeide mij nog dat het Bestuur geen genoegen nam in de verdeeling van de termijnen, maar ZEd nu een attest van het 1e termijn voor het geheele werk zoude afgeven. Om 10½ uur te Groningen aangekomen zijnde was Herder nog niet daar, doch kwam ook spoedig en toen hebben wij plaats genomen en zijn om elf uur in Diligence gegaan en meest slapende des morgens om vijf uur in Olterterp gekomen in gezelschap van twee joden en Jan Aardema, alles in welstand aangetroffen.
Naar top