VORIGE WEEK VOLGENDE WEEK
Des morgens preek in de Hemrik, omdat in de kerk te Lippenhuizen de begin gemaakt is voor de fundamenten tot de pilaar onder het orgel. Des middags hebben A.W.S. en zijne vrouw met Janke hier gegeten en vervolgens hier de namiddag doorgebracht. Om zes uur zijn Akke en Janke met de knecht naar huis gereden, omdat A.W.S. en ik de volgende morgen naar Leeuwarden zouden om de vaart van Wirdum en andere werken die er in de loop van de week zullen worden besteed op te nemen en bij de besteding te zijn. Dit is echter niet geschied daar des nachts om één uur de knecht van Neef kwam om hem te huis te halen wegens plotselinge ongesteldheid van Wytze. Het was des nachts helder ofschoon koud.
21
Des morgens buijig weer en koud. Ik ben achter eerst naar het land geweest en vervolgens te huis. Des avonds heb ik brief gekregen van Broeder Thijs dat hij niet wel was en gaarne wilde dat ik hem eens bezocht.
22
Des morgens ben ik naar Appelscha gereden en daar eerst met H. de Groot in het veld geweest en vervolgens bij de afrekening van de Lawei. Omdat Neef Wytze nog niet wel was, konde A.W.S. niet mede naar Leeuwarden en dientengevolge en omdat Br. Pier het ook niet konde schikken, de reis gestaakt. Het is de geheele dag zeer buijig en koud en tusschenbeide sneeuwbuuijen.
23
Des morgens is Jan naar de Gordijk gegaan en naar de takkedragers en bulters in de Hornlegersbosch. Ikzelf ben des daags te huis geweest, behalve dat ik naar de arbeiders ben geweest.
24
Des morgens ben ik naar de dongkroders op de Takkewijk gegaan, en toen ik daar kwam was Johannes Zandstra om de Doctor te halen voor Wytze Dijkstra, die naar zij meenden in zoo diepen slaap lag dat zij hem niet wakker konden roepen, waarop ik mij naar zijn huis heb begeven, doch daar gekomen bevond ik dat hij reeds was gestorven. Voorzeker alweder een les voor ons allen om gedachtig te zijn aan de onzekerheid van ons leven, daar W. Dijkstra de vorige dag nog naar de Gorredijk was geweest en daarna in zijn tuin aardappels had gepoot. Van daar ben ik het veld uitgegaan en bij de heidebinders op het zuideind gezien en bepaald dat zij van 100 bos aan mij zouden betalen 10 cent en hun afgebakend waar aan toe zij mogten houwen. Toen ik te huis kwam, was Broeder Korn. daar, wiens vrouw nog niet zoo goed was dat zij de reis mede durfde te maken. Des avonds heeft mijn veulen hem verhangen.
25
Des morgens ben ik naar het land geweest en heb toen eens bij de Wed. Dijkstra aan geweest en daar een poosje mede gepraat. Hendrik E. de Vries heeft met mij gesproken om als het kon bij zijne zuster te wonen, waarop ik hem heb gezegd dat zij dat vooraf wel eens goed moesten overdenken. Na de middag ben ik met Pier en de vrouw naar Dragten gereden en heb Br. Thijs eens bezocht, wiens toestand mij niet tegenviel. Ook zeide hij beter te zijn dan de vorige dagen, echter moest hij nog vrijwat hoesten en gaf dagelijks bloed op. Ook Rienkje was niet wel en had de koorts. Voordat ik vertrok kwam Br. Korn. ook, welke zeide dat het bij hem aan huis goed was.
26
Des morgens zeer regenachtig, zoodat het volk naar huis moest en niet werkte, met 12 uur zijn ze echter gekomen. Des namiddags ben ik met Jan naar de verkooping van het snoeirijs gegaan en heb 7 perceelen voor ... gekocht. Ik heb van Jan Bosma vrijheid gekregen om kleine sparren uit de bosch voor J.W. v.d. Sluis te laten zoeken, en hij heeft mij 1000 e. poten besteld voor de plaats van O.M. Talsma.
Naar top