VOLGENDE WEEK
Den 1 Januarij
Des morgens naar Lippenhuizen naar de kerk en des namiddags hebben de Dijacenen hier geweest en heb ik met hen gerekend.
2
Tweemaal naar de kerk te Lippenhuizen geweest en daarna bij Dom. Meijer theegedronken in gezelschap van vader, Br. P. en vrouw, alsmede Klazinga, Dom. Borgesius en J. Veenland.
3
Naar het land geweest en gerekend met Osinga en des avonds met D.H. Linde.
4
Bij huis geweest en de vruchtbomen verplant. De boeken aangebracht. Des morgens bij mij geweest Jan Groen en zijn Neef, een varensgezel. Des avonds naar Pier geweest en berigt ontvangen dat de vrouw van T. Bosma den 2e dezer was bevallen van een zoon.
5
Des morgens naar het land geweest en des namiddags naar de Gorredijk. Een wissel aan J. Houwink gedaan van Van Hulst op Gall en Comp. te Amsterdam ad. 77,08 aan V.d. Sluis & Posthuma en Van Hulst 1 ad 55,08 en 1 ad 222,29½ cent. Des avonds ben ik met vader naar huis gereden en is Aaltje met de Kleine Pier ook mede gegaan. Toen hebben mijne vrouw en ik nog naar Br. P. geweest, wiens vrouw een weinig ongesteld was, doch toen wat beter.
6
Des morgens naar het land geweest, een perceel hout van J.A. v.d. Sluis gekocht om de kamp ten westen van de Rodehel. Vervolgens bij Pier geweest, waar J. Terpstra was te rekenen, en daar aangifte gedaan van de nog aanwezige turf en baggelaar op mijn naam.
2e s. 1e klasse 1e bagger, 80 ton
2e s. 3e klasse stokturf, 74 ton
Zuster Aaltje heeft de dag bij mijne vrouw geweest. Des namiddags is dr. Tonckens er geweest. Des avonds aan T.O. van der Wagen een perceel hout betaald.
7
Gerekend met H.J. de Groot en de geheele dag bij huis geweest. Des morgens heb ik van Pijter Zijlstra ontvangen 16,50 wegens voorgeschoten geld aan arbeiders voor omhakken en planeren tusschen het kerkhof en de Kunstweg tot den 15 Mei. Des avonds met H. de Groot naar Pier geweest, waar mijne vrouw en Vader en Aaltje ook waren, en daar de aangifte van de aanwezige turf gedaan.
Voor H. de Groot 203.000 ton 2e s. 3e k.
600 ton 2e s. 3e k.
G.W. Bruinsma 3.000 ton 2e s. 3e k.
8
Des morgens is H. de Groot weer naar Appelscha en zoude door G.W. Bruinsma worden afgehaald van Donkerbroek om dan de aangifte bij Talma te doen, en toen ben ik naar het land geweest en na gegeten te hebben naar Beetsterzwaag gegaan. Heb daar aangifte gedaan van de turf en baggelaar te Wijnjeterp en vervolgens naar Olterterp, naar de houtverkooping. Daar gekocht vier perceelen hout voor 222 guldens, één populier voor 2 guldens en overgenomen een ijperen van S. Kuipers voor 3 guldens. Na de verkooping aan den Heer Van Boelens gevraagd om banden te takkebinden te mogen snijden, waartoe hij toestemming heeft gegeven, en heeft ons een glas wijn geschonken. Met Koopmans afgesproken om de zaak met K. Tolsma in orde te maken.
Des avonds om acht zijn wij te huis gekomen, en na koffij gedronken te hebben naar Pier gegaan, wiens vrouw nog niet wel was. Daar hebben wij nog eens met Vader over de verkoop van Scheltinga's veen gesproken en getauxeerd.
Naar top